LTO gaat aan de slag met ‘fieldlab’

‘We gaan met een klein team alle grondeigenaren langs en per perceel bekijken wat er moet en kan gebeuren. Dat team bestaat uit een hydroloog, een ecoloog en iemand vanuit de landbouw.’ Dat zegt Inge Hageman, projectmanager bij LTO Noord en nauw betrokken bij het gebiedsproces rond het Twentse Natura-gebied Springendal en Dal van de Mosbeek.
Zelf maakt Hageman als landbouwdeskundige deel uit van dit fieldlab-team, dat verder bestaat uit hydroloog Jan van Bakel en ecoloog Fons Eysink.
‘We proberen samen met de grondeigenaren naar een oplossing te zoeken’, stelt Hageman. ‘Er is vaak veel kennis bij grondeigenaren zelf. Mensen die al jaren in een gebied wonen en werken. Hun kennis wordt niet gebruikt als je alleen vanaf de tekentafel oplossingen verzint.’
Hageman en haar teamgenoten gaan niet alleen kijken naar wat er moet gebeuren om de natuurdoelen te halen, maar ook naar wat de economische consequenties en knelpunten zijn en hoe die opgelost kunnen worden. ‘Ecologie en economie zijn in onze aanpak gelijkwaardige componenten.’
Het Natura 2000-gebied heeft een omvang van ongeveer 1.200 hectare. Het gebied is grillig van vorm en is verweven met het landbouwgebied. De opgaven zijn zeer complex.
De belangrijkste opgave in dit gebied is de uitvoering van de PAS-maatregelen om de instandhoudingsdoelen waarvoor het gebied is aangewezen te halen. De PAS-maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de natuur en zijn beschreven in de PAS-gebiedsanalyse. Daarnaast worden ook andere beheermaatregelen uitgevoerd om doelen te halen.

Maatregelen

Maatregelen zijn het bron- en beekherstel, de vermindering van uit- en afspoeling van meststoffen en verbinding aanbrengen tussen versnipperd gelegen habitats. Voor de landbouw en recreatie moet de concurrentiekracht behouden blijven en waar mogelijk beter worden. Daarvoor moet de landbouwstructuur verbeteren om bedrijven toekomstperspectief te bieden.
Springendal en Dal van de Mosbeek is een van de eerste natuurgebieden in Overijssel waar concrete plannen voor inrichting worden gemaakt. ‘De afdeling Tubbergen heeft aan LTO Noord gevraagd of wij daarvoor de kar willen trekken’, zegt voorzitter Erik Back van LTO Noord Overijssel. ‘We zijn nu bestuurlijk verantwoordelijk voor het proces rond de inrichting van dit gebied. Als landbouworganisatie staan we voor de belangen van de landbouw, maar in dit proces moet we er ook voor zorgen dat de natuurdoelen worden gehaald’, stelt Back. Vorige week stelde hij deze dubbelrol aan de orde tijdens een bijeenkomst in het gebied over de aanpak van LTO.
Volgens hem is er begrip in het gebied voor de lastige positie van LTO Noord. ‘Men beseft dat dit gebiedsproces geen feestje wordt, maar dat er ook geen weg terug is. Met dat in het achterhoofd is men blij dat LTO Noord de kar gaat trekken.’
LTO Noord heeft voor het gebiedsproces de kennis en kunde van projectleider Herbert Bos van AT Osborne ingehuurd. Hij is eindverantwoordelijk voor het gebiedsproces.
Back gaat ervan uit dat er tijdens het hele proces niemand minder van zal worden. ‘Maar niet iedereen wordt er beter van.’