Zuivel toont lef door gras aan groei te koppelen

LTO en NZO deden deze week een opmerkelijke oproep aan de Nederlandse politiek. Om groeiruimte voor de melkveesector overeind te houden voor de periode na 2015, legt de zuivelsector zich dwingender gedragsregels op dan de voorgestelde melkveewet vereist.
Boerenorganisaties wordt soms verweten een remmende factor te zijn in het verduurzamen van de voedselproductie. Op dit buitengewoon wezenlijke dossier neemt de sector het voortouw door zelf scherpe keuzes te maken en bewijst de zuivel dat het in staat is om een toekomstbestendige route te kiezen (pagina 1 en 13).
De melkveehouderij pakt haar verantwoordelijkheid door zelf een aantal piketpalen te slaan. Honderd koeien op slechts een paar hectare grond is onwenselijk en niet goed voor het imago van de zuivel. Het vraagt lef en leiderschap om dat beeld vanuit de sector zelf te bestrijden.
Er gaat voor politiek Den Haag bovendien een vrijwel niet te negeren signaal vanuit, waar het gaat om de inrichting van de melkveehouderij voor het komende decennium. Intensivering van de zuivelproductie is het doembeeld dat vanuit de sector dient te worden bestreden. Gras en groei moeten hand in hand gaan.
Door grenzen te stellen aan intensivering en groei mede afhankelijk te maken van grondgebondenheid, weidegang en het voorkomen van milieubelasting, worden groeiperspectieven van een deel van de melkveeboeren ingeperkt. Een pittig offer voor de ondernemers die dit betreft, maar een voorwaarde om groter onheil te voorkomen.
Een geleidelijke invoering is noodzakelijk om familiebedrijven niet op slot te zetten. Laat politiek Den Haag ook dat signaal meenemen in de besluitvorming. De melkveehouderij verdient het.