Record levensproductie melkkoeien

Pieter StokkermansVanwege de hoge melkprijs was het interessant om veel melk te leveren. Ook leek het er in 2013 op dat er na 2015 een alternatief zou komen voor het melkquotum. Het jaar 2013 zou dan als referentiejaar kunnen gelden.
Toen het alternatief er toch niet kwam, werden veel koeien, mede doordat bedrijven het melkquotum overschreden, alsnog afgevoerd. Dit komt onder meer naar voren in het enorme aantal afgevoerde dieren, 16 procent meer dan het jaar ervoor en vergelijkbaar met 2011.
De levensproductie van de in 2013-2014 afgevoerde melkkoeien kwam op 30.999 kilo melk met 2.443 kilo vet en eiwit. Dit is 250 kilo meer dan in 2013. Hierbij bleef het gemiddelde eiwitpercentage gelijk en daalde het vetpercentage met een honderdste. In 2007 werd voor het laatst een levensproductie onder de 30.000 kilo gehaald. Het jaar daarna lag die productie plots 1.000 kilo hoger.
Het extra lang aanhouden van melkkoeien heeft ook effect op de productieve levensduur van de melkkoeien bij afvoer. Die is met 1.284 dagen een week langer dan in 2012-2013. Daarbij zet de in 1999 ingezette trend van het eerder laten afkalven als vaars zich door. Opnieuw kalven de vaarzen iets eerder af. Nog nooit waren ze gemiddeld zo vroeg.
Ook op vruchtbaarheidsvlak is er een lichte verbetering, doordat de dieren met 3,5 afkalvingen een tiende meer afkalfden en de tussenkalftijd een dag korter werd. In 2004 was die tussenkalftijd een week korter, maar lag ook het aantal kalvingen met 3,3 fors lager. Sinds 2006 blijft dit aantal schommelen tussen de 3,4 en 3,5.

Rem op stoppers

Opvallend is dat de daling in deelnemers aan de melkcontrole beperkt bleef. Dat zijn er in het afgelopen jaar 150 minder, terwijl de voorgaande jaren die telkens ongeveer het dubbele is. Een woordvoerder van CRV durft niet direct te zeggen waar dit aan ligt, of er minder stoppers zijn of dat juist procentueel meer melkveehouders meedoen met de melkcontrole. De kans is reëel dat veel boeren al eerder zijn gestopt vanwege een gevreesde waardedaling van het melkquotum, dat volgend jaar afloopt
De gemiddelde bedrijfsgrootte nam wederom iets toe, naar negentig melkkoeien. Zij produceerden gemiddeld 8.376 kilo melk met 4,33 procent vet en 3,53 procent eiwit op basis van het rollend jaargemiddelde. De gehalten zijn iets lager dan een jaar eerder (4,39 procent eiwit en 3,53 procent eiwit).
Mede door de hogere melkproductie zijn zowel de kilo’s vet en eiwit met 659 kilo als het economisch jaarresultaat (2.115) hoger dan vorig jaar, toen deze respectievelijk 652 kilo en 2.096 waren.