De waarde van het gezinsbedrijf

Berrie Klein Swormink‘Met een knipoog naar het verleden proberen we een blik te werpen in de toekomst. We maken een selectie uit de gezinsbedrijven die kunnen aantonen dat hun bedrijf al vele generaties lang in de familie is. Voor de ongeveer tien aantoonbaar oudste bedrijven die dan overblijven, proberen we op een rij te zetten welke succesfactoren eraan hebben bijgedragen dat het bedrijf soms al eeuwenlang in stand is gebleven’, zegt Meester.

Trots

‘Het is geweldig om te ervaren hoe trots ondernemers kunnen zijn op de geschiedenis van hun bedrijf en te luisteren naar de verhalen die daarbij horen’, vindt de projectleider.
Tijdens een congres van NAJK en Rabobank op 20 november wordt bekendgemaakt welke boeren- en tuindersfamilie de oudste ‘roots’ heeft. ‘’Boer zoekt roots’ is vooral een mooie pr-activiteit om de waarde van het agrarisch gezinsbedrijf onder de aandacht van een groot publiek te brengen’, stelt Meester.
Naast ‘Boer zoekt roots’ bestaat project Agrarisch gezinsbedrijf 2025 uit een onderzoek naar de veranderende rol van de gezinsleden in het agrarische gezinsbedrijf. ‘Met dit onderzoek willen we in beeld krijgen wat de invloed van gezinsarbeid is op de ontwikkeling van het bedrijf en bedrijfskeuzes’, zegt voorzitter Willemien Koning van de commissie Vrouw en Bedrijf van LTO Nederland.
Samen met Projecten LTO Noord en Hogeschool Windesheim is de commissie Vrouw en Bedrijf de initiatiefnemer van het onderzoek naar de inzet van de gezinsleden op het agrarisch bedrijf, een onderdeel van project ‘Agrarisch gezinsbedrijf 2025’. Ook het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Rabobank en Flynth zijn partners in het onderzoek.
Koning: ‘2014 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot jaar van agrarische gezinsbedrijven. Daar haken we graag bij aan, omdat we de grote waarde van het gezinsbedrijf in de agrarische sector voor het voetlicht willen brengen.’

Doorkijk

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Hogeschool Windesheim en het Landbouw Economisch Instituut (LEI) van Wageningen UR. ‘We proberen een doorkijk naar de toekomst te maken. Hopelijk helpen de onderzoeksresultaten ons bij het inzetten op de meest gewenste beleidsmaatregelen. Het is duidelijk dat gezinsbedrijven zich aanpassen aan veranderende tijden. De huidige tijd vergt veel professionaliteit en laat minder ruimte voor vrijblijvendheid. Ondernemers en hun gezinsleden moeten in staat zijn om goed met elkaar te overleggen, bijvoorbeeld over de overdracht van het bedrijf aan een volgende generatie.’
Over de rol van Projecten LTO Noord zegt Meester: ‘Die was en is vooral gericht op het bij elkaar brengen van partijen. Ook het bijeenbrengen van de financiële middelen voor het project heeft Projecten LTO Noord verzorgd. De grootste financiële bijdrage voor het onderzoek komt van het ministerie van Economische Zaken en van Fondsen LTO Noord.’
Koning: ‘De overheid levert graag een bijdrage aan het in beeld brengen van actuele cijfers over het gezinsbedrijf. Bij dit bedrijfstype zien ondernemers het bedrijf vaak als hun levenswerk. Het gevolg is dat ze een grote inzet willen plegen om het bedrijf succesvol te maken. Dat is de kracht van het gezinsbedrijf.’