Voor- en nadelen van soortenmengsels

Bij de teelt van groenbemesters gaat het meestal om de teelt van één soort, bijvoorbeeld bladrammenas, gele mosterd, Italiaans raaigras of Japanse haver. De keuze is mede afhankelijk van het doel. Aaltjes bepalen daarbij steeds vaker de keuze van de groenbemester.
Wie de positieve eigenschappen van de verschillende groenbemesters wil combineren, kan kiezen voor het zaaien van een mengsel. Wanneer een van de gewassen zich onvoldoende ontwikkelt, kan de andere soort(en) dit compenseren en is er meer kans op het slagen van het gewas.
Mol Agrocom in Oude Tonge maakt bij de TerreLife mengsels gebruik van het feit dat verschillende plantensoorten elkaar kunnen aanvullen. De mengsels zijn ontworpen om een gezonde bodem ook gezond te houden en niet om specifieke problemen te verhelpen (met uitzondering van NemaControl TR). De mengsels brengen meer diversiteit in een bouwplan met monoculturen.
Er zijn vier soorten mengsels. SolaRigol TR is speciaal voor de aardappel als volgteelt. BioMax TR is een mix met een snelle beginontwikkeling en hoge opbrengst aan droge stof. BetaMaxx TR is een mengsel dat gericht is op de teelt van suikerbieten. NemaControl TR is een mengsel van verschillende soorten bladrammenas en een brede resistentie tegen aaltjes.
Hendrik Nagelhoud van Innoseeds is geen voorstander van mengsels. Dat heeft vooral te maken met de waardplantstatus van de diverse soorten groenbemesters en de grotere kans op vermeerdering van aaltjes. ‘Bij mengsels van bijvoorbeeld zes soorten weet je niet altijd goed wat er aan aaltjes in de grond gaat groeien. Het is een gok.’
Nagelhoud vindt enkelvoudige groenbemesters veiliger. Er is beter rekening te houden met de aanwezige aaltjes.