Gezonde bollenteelt stap verder

Koen van WijkHet praktijknetwerk ‘Natuurlijk leven, natuurlijk telen’ uit de kop van Noord-Holland is recent de experimentfase ontgroeid, getuige de twee onderzoeksprojecten die zijn gestart. Het onderzoek, één op zand en één op klei, borduurt voort op de zoektocht naar een schonere bollenteelt door negen telers uit het Noordelijk Zandgebied en West-Friesland.
‘Met deze projecten krijgt het zoeken naar verduurzaming in de bollenteelt meer structuur’, vertelt Jan Mantel, netwerkcoördinator voor de bollenteelt in Noord-Holland Noord. ‘Er zijn twee onderzoeken, mede gefinancierd door de gemeenten Hollands Kroon, Schagen en Medemblik en het ministerie van Economische Zaken.’
De experimenten van de telers krijgen hiermee een professioneel vervolg. ‘Door methodes te herhalen en te vergelijken valt er meer te meten en krijgen de uitkomsten meer waarde’, zegt Mantel.
Het project op zand gebeurt bij bollenteler John Huiberts in Sint Maartensvlotbrug, rond wie het netwerk is ontstaan. Al enkele jaren experimenteert hij met diverse groenbemesters. Doel is het bodemleven te optimaliseren, waardoor de bolgewassen meer natuurlijke weerstand krijgen tegen ziektes.
Bij Huiberts zijn nu een aantal proefvakken met verschillende groenbemesters ingezaaid. De teler heeft goede verwachtingen. ‘Ik hoop dat er bevestiging uitkomt van een aantal vermoedens, waar we dan aan kunnen sleutelen. Het valt nog niet helemaal mee, de resultaten moeten beter’, reageert Huiberts.
Het andere onderzoek vindt plaats op de kleigrond bij Pieter Pronk in Nibbixwoud. Hier draait het om de invloed van twee biologische teeltmethodes op de opbrengst en kwaliteit van de bollen. Ook wordt de invloed op de ontwikkeling van het bodemleven van beide methodes getoetst, waaronder het langer laten staan van de groenbemester in plaats van deze al voor het planten dood te spuiten.

Vereniging

Ondertussen gaat de kerngroep door als spil in de verduurzaming. ‘Daarnaast is een vereniging opgericht, waarin we met inmiddels veertig telers de ontwikkelingen delen via bijeenkomsten, bedrijfsbezoeken en mailberichten’, vertelt Mantel.
‘Voor veel telers is dit een laagdrempelige manier om de ecologisering van de bollenteelt te volgen.’