'Erken circulaire glastuinbouw als duurzaam'

Onlangs bezocht ik een professionele teler van biologische vruchtgroenten. Hij produceert marktgericht en symboliseert de diversiteit van onze sector. Maar bij de doelstellingen van de Europese Commissie plaatst Glastuinbouw Nederland kanttekeningen.

Wij hebben de ambitie om tegen 2030 gezonde groenten, bloemen en planten te telen in een ecosysteem van een waterefficiënte, circulaire kas. Telers streven naar een duurzaam voedselsysteem: intensieve teeltwijzen met een hoge opbrengst per vierkante meter, inzet van hightech om de milieulast te beperken en een voortdurende ontwikkeling van groene oplossingen. Dankzij biologische bestrijding binnen een IPM-strategie (Integrated Pest Management) is de afgelopen twintig jaar de milieu-impact al met 90 procent gedaald.

Duurzaam is het sleutelwoord, ook in Brussel. Daarbij gaat het om de milieu-impact per geoogst product. Vaak wordt een extensieve teeltwijze gezien als duurzaam. Maar die teeltwijze vergt meer landoppervlakte. Bij een extensieve teelt in de grond is uitspoeling – en bij onbedekte teelt ook afspoeling – niet te voorkomen, terwijl bij een teelt los van de ondergrond al het overtollige water kan worden opgevangen voor hergebruik of verantwoorde verwerking. Ook intensieve productiesystemen dragen bij aan verduurzaming. Die aspecten blijven nog te veel onderbelicht.

Nieuwe ziekten en plagen vormen een bedreiging. Daardoor groeit het belang van een versnelling van de toelating van laagrisicomiddelen en de noodzaak van beter aansluitende wetgeving voor biostimulanten. De Europese Commissie zou daar nadrukkelijker op moeten inzetten. Het eenzijdig inzetten op biologische teelt en het benoemen van streefpercentages kan misleidend zijn, omdat onduidelijk is hoeveel rendement daardoor verloren gaat en wat het gevolg is voor natuur en biodiversiteit.

Onze inzet in Brussel is dan ook dat in het traject van verduurzaming niet alleen biologisch telen, maar ook de rol van circulaire glastuinbouw nadrukkelijk wordt erkend.