Blauwtongvirus serotype 3 veroorzaakt extra hoge sterfte

De cijfers van de besmettingsgraad en sterfte komen uit het rapport van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (Efsa) van 2017. De Nederlandse Schapen- en Geitenfokkersorganisatie (NSFO) heeft ze verzameld van de BTV3-uitbraak in 2023. Bij de gebruikte getallen gaat het om de mediaan, het middelste getal van de hele reeks getallen. De Efsa gebruikt dit in haar rapport.

Duidelijk is dat veel meer schapen raken besmet raken met het BTV3-virus dan met een van de andere BTV-types. Waarom niet alle schapen in een kudde door knutten worden gestoken en besmet raken, is niet bekend. Wel is duidelijk dat als een schaap wordt gestoken en besmet raakt, de kans op sterfte hoog is. Bij BTV3 ligt het sterftepercentage van een besmet schaap op 71,4 procent. Dat is voor een dierziekte uitzonderlijk hoog.

Bestrijdingsplichtige dierziekte

Bij mond-en-klauwzeer (MKZ) sterven wel jonge dieren, maar volwassen dieren bijna nooit. Alleen bij Afrikaanse varkenspest ligt de uitval ook hoog. Gezien de huidige hoge sterfte had blauwtong een bestrijdingsplichtige dierziekte moeten zijn, net als MKZ of varkenspest.

De hoge sterfte is volgens directeur van de NSFO en schapendokter Reinard Everts het grote pijnpunt van de huidige BTV3-epidemie. 'Er zijn bedrijven waar 100 procent van de besmette schapen doodgaat en andere bedrijven waar het nog beperkt blijft tot 50 procent. Waardoor dit komt, is niet te zeggen.'

Het aantal gevallen van blauwtong neemt nog steeds toe. In vier weken tijd zijn er 43 bij gekomen. Als de temperaturen een beetje stijgen, zijn de knutten weer actief en kan de besmetting zich verspreiden. Het totale aantal besmettingen zit nu op 6.027, waarvan 60 procent bij schapen.

Voor komend voorjaar houdt Everts zijn hart vast. 'De besmetting zal overwinteren en opnieuw toeslaan. De hoop is gevestigd op een snelle ontwikkeling van een vaccin waar hard aan wordt gewerkt.'