Hendrik Hoeksema: 'Leefomgeving leden wordt onveiliger'

Waarom is dit een issue voor ZLTO?

'De leefomgeving van onze leden wordt steeds onveiliger door de toename van criminele activiteiten, dus daar moet je iets aan doen. Een leefbaar platteland kan niet zonder weerbare, ondernemende boeren.

We kijken vooral naar kwetsbare gebieden met veel leegstand, weinig overige bewoning en veel doodlopende wegen

Hendrik Hoeksema, bestuurder ZLTO

'Uit onderzoek blijkt dat de politie te weinig capaciteit heeft om alles in de gaten te houden. Daarnaast blijken boeren en tuinders relatief weinig vertrouwen te hebben in de politie. Al met al genoeg redenen om als ZLTO ons steentje bij te dragen daar waar dat mogelijk is.'

De aanstelling van een vertrouwenspersoon is een recent wapenfeit. Wat doet ZLTO nog meer?

'Cumela werkt boven de rivieren samen met boeren en de politie om de vele gps-diefstallen een halt toe te roepen. Die aanpak wil ik ook graag hierheen halen. Daarnaast willen we dat er zoveel mogelijk boeren blijven boeren. Een direct effect daarvan is dat er namelijk minder leegstand, een vaak gebruikte locatie voor drugsproductie, is. Dus moet je hun perspectief bieden en ruimte geven om te ondernemen.'

Dat kan niet zomaar overal. Waar legt ZLTO de focus op?

'We kijken vooral naar de kwetsbare gebieden die door de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC) in kaart zijn gebracht. Dat zijn gebieden met veel leegstand, weinig overige bewoning en bijvoorbeeld veel doodlopende wegen. We zijn onlangs een pilot gestart met een gebiedsgerichte aanpak voor Noordoost-Brabant. Een van de doelen is het weerbaarder maken van het gebied en zijn inwoners.'

Op welke manier?

'Los van de samenwerking tussen gemeenten, RIEC, politie, Platform Veilig ondernemen en ZLTO moeten er slimme verbindingen worden gelegd. Denk aan een impuls voor toerisme of recreatie of andere bedrijvigheid. Als er meer activiteit is, dan is zo'n gebied minder aantrekkelijk voor criminelen.'

Dat gebeurt nu dus nog niet?

'Bij het maken van bijvoorbeeld ruimtelijke beleid wordt nauwelijks de relatie gelegd met het voorkomen van ondermijning. Organisaties, maar ook afdelingen in een gemeente of een regio zoeken elkaar nauwelijks op. Dat kan beter en dat willen wij met de pilot in Noordoost-Brabant laten zien. Dat bewustzijn is er wel steeds meer, maar staat nog in de kinderschoenen.'