Vertrouwen in gemeentebestuur geslonken

Boeren en tuinders twijfelen sterk aan de kennis van de agrarische sector onder gemeenteraadsleden. Ook denken ze dat hun gemeente niet voldoende capaciteit en kennis in huis heeft om processen voor ruimtelijke ordening en gebiedsprocessen op te pakken. Dat blijkt uit onderzoek van Nieuwe Oogst onder 1.868 boeren en tuinders.

Vertrouwen+in+gemeentebestuur+geslonken
© Robin Britstra

Van de agrarisch ondernemers in het Nieuwe Oogst Opiniepanel heeft 37 procent vertrouwen in de gemeentelijke politiek. 40 procent heeft dat niet. De rest heeft er geen mening over. Tegelijkertijd hebben de boeren en tuinders meer vertrouwen in de gemeentelijke politiek (49,1 procent) dan in de landelijke (8,7 procent). 38,7 procent heeft in beide evenveel vertrouwen.



Ten opzichte van vier jaar geleden hebben minder boeren en tuinders het idee dat de gemeente voldoende oog heeft voor het boerenbelang. In 2022 vindt 41,1 procent dat er voldoende aandacht voor is, terwijl 39,6 procent vindt dat er onvoldoende aandacht is voor de land- en tuinbouw. De rest heeft hier geen mening over. In 2018 vond 58 procent dat er voldoende aandacht was voor de positie van de boer.



Melkveehouder Hans Kistemaker uit Zwolle vindt dat gemeenten landbouwgrond te gemakkelijk uit de roulatie nemen voor functies als woningbouw, industrie en infrastructuur. 'Daar zou je spaarzamer mee om moeten gaan. Als je ziet wat hier op de nieuwe bedrijventerreinen gebeurt: brede wegen en bermen. Dat kan echt compacter. De gemeente heeft niet zoveel invloed op de landbouw, maar wel op het buitengebied.'

Het buitengebied is het stiefkindje van de gemeente

Agrarisch ondernemer in het Nieuwe Oogst Opiniepanel

Lokale overheden voeren steeds meer landelijk beleid uit, waarbij ze doen voorkomen dat ze oog hebben voor het boerenbelang, stelt een van de deelnemers aan de enquête vast. 'In de praktijk merken boeren en tuinders daar weinig van. Integendeel, we zien dat de agrarische sector steeds vaker wordt verdrongen door industrie en woningbouw.'

De sector krijgt dan ook nog in het stikstofvraagstuk het stempel van bedreiger van de natuur, vervolgt de ondernemer. 'Je moet je afvragen of er dan überhaupt nog politici zijn, landelijk of lokaal, die opkomen voor het boerenbelang.' Andere deelnemers zijn minder somber en stellen dat er goed overleg mogelijk is met de gemeente.



60,2 procent van de boeren en tuinders heeft niet het idee dat de gemeenteraad voldoende kennis heeft van de sector. 24,8 procent denkt dat die kennis er wel is. Desondanks vindt 36,5 procent dat agrarisch ondernemers voldoende zijn vertegenwoordigd in de gemeenteraad. 44,8 procent voelt zich niet vertegenwoordigd.



Er komt veel op gemeenten af, zoals processen voor ruimtelijke ordening en gebiedsprocessen. 52 procent denkt niet dat zijn of haar gemeente voldoende capaciteit en kennis in huis heeft om deze taken op te pakken. 17,4 procent zegt van wel.

'We proberen de gemeenteraadsleden zoveel mogelijk van informatie te voorzien, zodat er meer inzicht is in hoe de agrarische sector in elkaar steekt. Dan doen ze er meer voor', zegt Kees van Westen, akkerbouwer en ZLTO-bestuurder in Schouwen-Duiveland.



Van alle gemeentelijke thema's die de agrarische sector raken, vinden boeren en tuinders de ontwikkeling van het buitengebied het belangrijkst, gevolgd door bestemmingsplannen en ruimtelijke ordening. Ook vergunningverlening wordt als een zeer belangrijke gemeentelijke taak ervaren door de agrarisch ondernemers.

Volgens Gino Schrijver uit het Overijsselse Olst-Wijhe moeten gemeenten de belangen van de bewoners in het buitengebied goed afwegen. De veehouder stelt dan vast dat die balans steeds lastiger is te behouden. 'De gemeente heeft als taak ervoor te zorgen dat er kansen blijven voor alle plattelandsbewoners. Ik heb het gevoel dat dit te complex wordt voor haar. De regierol komt steeds meer bij de provincie te liggen.'


Invloed van gemeente op boerenerf

De invloed van de gemeente op het boerenerf toont zich volgens boeren en tuinders het meest bij de grootte van bedrijfsgebouwen en het bouwvlak (71,5 procent) en de stalomvang en het aantal dieren (51,3 procent). Ook de huisvesting van arbeidsmigranten (31,3 procent) is een onderwerp dat vooral de gemeente aangaat.

'Het boerenbelang wordt steeds meer door een andere bril bekeken', geeft een respondent aan. 'Het is ingesteld op: hé, die hebben stikstofrechten en die hebben andere economische sectoren nodig om vooruit te komen. Dus uitkopen die boeren, terwijl er dan een kaal platteland achter blijft. Het gekke is dat maar weinig mensen zich daar druk over maken. Het buitengebied is het stiefkindje van de gemeente.'


Trage besluitvorming

Van alle deelnemers aan het onderzoek geeft 43,5 procent aan dat ze problemen hebben met hun gemeente. Dat wordt vooral geweten aan het gebrek aan medewerking van de gemeenten (64,2 procent). Ook een te trage besluitvorming (61,3 procent) en het gebrekkige kennisniveau (47,1 procent) worden veel genoemd.

Akkerbouwer Van Westen merkt dat zijn gemeente verschillend opereert in de contacten met agrarisch ondernemers. 'Gaat het over de beschikbaarheid van zoetwater, dan luisteren ze wel. Maar bij een bouwaanvraag verlopen de gesprekken opeens een stuk moeizamer. Er kan hier eigenlijk niets meer, daar komt het zo'n beetje op neer.'

Het onderzoek van Nieuwe Oogst vond plaats van 18 februari tot 4 maart. Van de 1.868 respondenten was ruim 80 procent man. De veehouderij is met 64,9 procent het best vertegenwoordigd, daarna tuinbouw (12,9 procent) en akkerbouw (11 procent).




BBB niet van de partij in de gemeenteraad

De boerenpartij BoerBurgerBeweging (BBB) doet niet mee aan de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart. Wel is BBB in twintig gemeenten een verbinding aangegaan met lokale partijen. Deze worden BoerBurgerBondgenoten genoemd. In andere gemeenten zullen boeren en tuinders dus tevergeefs zoeken naar BBB op de kieslijst. Ze moeten een andere partij kiezen dan bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Destijds stemde 29,7 procent van de agrarisch ondernemers op het CDA, 25,9 procent op BBB en 17 procent op de VVD. Toch zegt ook die uitslag niet zoveel meer. Uit een peiling van Nieuwe Oogst in december blijkt dat BBB de grootste partij onder boeren en tuinders wordt, als er nu verkiezingen voor de Tweede Kamer zouden worden gehouden. In dat geval zou BBB 57,2 procent van de agrarische stemmen krijgen. CDA volgt met 9,8 procent en VVD met 8,3 procent.


Een verkiezingsbord voor de gemeenteraad in het Utrechtse Woudenberg.
Een verkiezingsbord voor de gemeenteraad in het Utrechtse Woudenberg. © dirk hol, info@dirkhol.nl

Analyse: Gemeenten zijn druk met andere zaken


Veel boeren en tuinders hebben de indruk dat ze bij hun gemeente langzaam uit beeld raken. Het lokale bestuur lijkt het te druk te hebben met andere zaken. Het wordt zo een bron van teleurstelling en frustratie.

In veel plattelandsgemeenten voelen boeren en tuinders zich nog ‘gezien’ door de lokale overheid, blijkt uit de enquête van Nieuwe Oogst. De lijntjes met het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad of het ambtelijk apparaat zijn er relatief kort. Vaak zijn het gemeenten met agrariërs in de gemeenteraad of als wethouder.

Maar veel ondervraagden laten ook weten dat het steeds moeilijker wordt hun belang duidelijk te krijgen als het gaat om plattelandsondernemen. Of zoals een van hen het uitdrukte: ‘Het buitengebied is het stiefkindje geworden van de gemeente.’ Daarmee wordt de gemeente steeds vaker een bron van teleurstelling en frustratie.

Hoe dat komt? Voor de hand ligt dat er simpelweg steeds minder boeren en tuinders zijn. Ze raken uit beeld omdat ze worden overstemd door het aantal burgers, ook in zetelaantal in de gemeenteraad.


Andere prioriteiten

Een andere reden kan zijn dat gemeenten andere prioriteiten stellen. Noodgedwongen vaak, omdat zij vanuit de rijksoverheid steeds meer (uitvoerende) taken op hun bordje krijgen. Ze moeten bijvoorbeeld op zoek naar geschikte locaties en draagvlak voor windmolenparken en zonnevelden. Maar denk ook aan andere ‘nieuwe’ gemeenterollen als het managen van het sociaal domein, waaronder de Wet maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en leefbaarheid.

Het maakt dat gemeenten steeds vaker worden overvraagd en veel taken zo mogelijk ‘uitbesteden’ aan regionale samenwerkingsverbanden. Boeren en tuinders hebben hier last van als ze bijvoorbeeld voor hun bouwplannen niet meer terechtkunnen op ‘hun’ gemeentehuis. Kiezers verwachten veel van de loketfunctie van het lokale bestuur, maar gemeenten kunnen dat lang niet altijd meer waarmaken.



Léon Faassen, voorzitter LLTB
Léon Faassen, voorzitter LLTB © Maartje van Berkel

‘Investeer in relatie met bestuur’


Een goede verstandhouding met gemeentebesturen is belangrijk, zegt LLTB-voorzitter Léon Faassen over de relatie tussen boeren en tuinders en de lokale overheid. ‘Daar moet je als ondernemer in investeren.’


Het Nieuwe Oogst-verkiezingsonderzoek laat zien dat agrarisch ondernemers steeds minder vertrouwen hebben in het lokaal bestuur. Is dat een verrassing?

‘Het vertrouwen in de politiek in het algemeen neemt af, dan is het verklaarbaar als dat ook bij de gemeenten zo is. Onder agrariërs speelt dat ze last hebben van wisselend beleid, ze kunnen er niet van op aan. Ondernemers hebben behoefte aan regels waar ze tien jaar of langer mee vooruit kunnen.’


Is er nog verschil met de gemeentebesturen als overheid ten opzichte van bijvoorbeeld de Haagse politiek?

‘Op het platteland is er meer direct contact tussen bewoners en lokaal bestuur en dat is goed. Los of je het eens bent met wat er in een gemeente gebeurt. Hoe dichter je erop zit, hoe meer onderling vertrouwen er is en hoe meer grip je hebt op wat er in die bestuurslaag gebeurt. Dat geldt ook voor ons als regionale belangenbehartigers.’


De tendens is dat agrarische kiezers meer vertrouwen hebben in lokale partijen. Is dat verstandig?

‘Lokale partijen zijn een kans voor boeren en tuinders, ze kijken echt naar lokale belangen. Ze zijn ook minder afhankelijk van grote politieke thema’s of landelijke partijlijnen die de boventoon voeren. Wel zul je als kiezer moeten beoordelen of deze lokale partijen niet te vaak op het moment inspelen. Dus of ze kiezen voor de korte termijn ten koste van de lange termijn. En dat het geen one-issuepartijen zijn.’


Boeren en tuinders storen zich vaak aan het gebrek aan kennis bij gemeentebesturen over hun sector. Is dat terecht?

‘Het is de taak van de boeren en tuinders zelf om die kennis over te brengen. Het is belangrijk dat we daarin blijven investeren als ondernemers. De gemeenten zijn toch het eerste aanspreekpunt om zaken mee te regelen over onderwerpen die spelen op het erf of in de relatie van het bedrijf met de directe omgeving. Dan is contact met de gemeente heel belangrijk.’


Ligt daar geen rol voor de LTO-organisaties?

‘Zeker, daar zijn we ook heel kien op. Als regionale vereniging zitten we heel dicht bij de gemeenten en kijken we waar we wat kunnen bijdragen in de lokale beleidsvorming. Ook al ben je het niet altijd met elkaar eens, het helpt de kloof te overbruggen tussen lokaal bestuur en agrarische sector.

‘Zo hebben we als LTO Nederland een keurmerk ontwikkeld voor de huisvesting van arbeidsmigranten en daarover gecommuniceerd met de gemeenten. Dat schept duidelijkheid naar beide kanten en voorkomt dat gemeenten onnodig moeten handhaven.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer