Korenburgerveen 'floreert' ondanks hoge stikstofuitstoot

Leven en werken van boeren, burgers en bouwers bij 162 Natura 2000-gebieden verandert door stikstofregels. Elk gebied krijgt een eigen aanpak. Nieuwe Oogst maakt in de serie 'Boeren nabij Natura 2000' gebiedsreportages van in het oog springende Natura 2000-gebieden. De serie brengt de grote verschillen tussen gebieden en de impact van de stikstofaanpak in kaart.

Er is geen natuurgebied in Nederland waar de stikstofdepositie zo ver de maximaal voorgeschreven hoeveelheid overschrijdt als in het Korenburgerveen. Toch floreert het gebied, dat deels in beheer én bezit is van een agrarische stichting. 'Al 64 jaar laten we hier zien dat boeren en natuur goed samengaan.'

Vol enthousiasme loopt veehouder Harrie Krabben door Natura 2000-gebied Korenburgerveen nabij het Gelderse Winterswijk. Hij vertelt vol passie over het gebied, dat met zijn vennen, vochtige graslanden, moerasbos en vochtige heide een voor Nederland uniek hoogveengebied is. Om de zoveel meter stopt Krabben om iets te vertellen over een bijzonder plantje, dier of initiatief dat is ontplooid in het Korenburgerveen.

Het gebied heeft meer te lijden onder de droogte dan onder stikstof

Harrie Krabben, voorzitter van Stichting Marke Vragender Veen

Dieren

'Hoor je dat?' vraagt Krabben. Zijn ogen twinkelen als hij in de verte een koekoek hoort. 'Dat is mijn favoriete dier hier in het gebied.' Even verderop vertelt hij over de poelen die zijn aangelegd en waar behalve kamsalamanders ook de koeien bij hitte graag gebruik van maken.

Boven op de 15 meter hoge uitkijktoren aan de rand van het veen wijst Krabben bijzondere plekken in het gebied aan. 'Daar in de verte verbleven tijdens de oorlog onderduikers, verscholen onder bomen en takken. Om de paar dagen liep iemand door het veen om voedsel te brengen. De Duitsers durfden er niet te komen, bang als ze waren om weg te zakken in het veen.'

Kraanvogels

In de verte is het gebied te zien waar momenteel kraanvogels hun nesten hebben gebouwd. Dit stuk is om die reden afgesloten voor publiek.

Wat is het Korenburgerveen?

Natura 2000-gebied sinds 2015; een van de laatste stukjes hoogveen van Nederland; bestaat uit vier deelgebieden: Vragender Veen, Korenburgerveen, Meddosche Veen en Corlese Veen; in gedeeld eigendom van Natuurmonumenten (420 hectare), Stichting Marke Vragender Veen (80 hectare) en particulieren; in het beheerplan voor het Korenburgerveen zijn negen habitattypen geformuleerd en één habitatsoort: de kamsalamander; deze maand begint provincie Gelderland met de uitvoering van het beheerplan; in de aangrenzende gemeente Oost Gelre zijn 303 agrarische bedrijven, veelal gemengd en intensief; het aantal bedrijven nam sinds 2008 met ruim een kwart af, het aantal dieren nam toe; nergens in Nederland is de stikstofdepositie zo hoog als in het Korenburgerveen, afhankelijk van het habitattype tot 75 procent boven maximaal voorgeschreven; 30 tot 50 procent van de stikstofneerslag is afkomstig van boeren uit de directe omgeving.

Krabben, 67 jaar en zelf boer in de omgeving, kent het Korenburgerveen als geen ander. Hij is voorzitter van Stichting Marke Vragender Veen die een deel van het Natura 2000-gebied bezit en beheert. Deze stichting ontstond in 1956, toen Natuurmonumenten het gebied wilde onteigenen. 'Daar staken de boeren een stokje voor. Die lieten het zich niet afpakken', glundert Krabben, wiens vader een van de oprichters was. 'Hij heeft hier in het gebied zelfs nog turf gestoken', voegt hij toe.

Stichting beheert 20 procent

Tussen de tweehonderd en driehonderd eigenaren van kleine plukjes veen verenigden zich in de stichting en beheren sindsdien 20 procent van het Korenburgerveen. Samen met Natuurmonumenten, de andere grootgrondbezitter van het Korenburgerveen, werken ze aan het behoud en het herstel van het veen.

De stichting is diepgeworteld in de lokale samenleving, met zevenhonderd donateurs en 135 leden van de kindervriendenclub. Regelmatig zijn er rondleidingen in het gebied dat een van de laatste stukjes hoogveen van het land is en daarmee van grote ecologische waarde.

Ooit vormden dit soort 'woeste gronden' een groot deel van het landschap in Oost-Nederland en Noord-Brabant, totdat deze voor vooral landbouwdoeleinden werden ontgonnen. Het is daarom ook logisch dat het Korenburgerveen een van de vijftien Gelderse Natura 2000-gebieden is.

Invloed van stikstof

De stikstofneerslag is groot in het gebied. Afhankelijk van naar welk habitattype wordt gekeken – het Korenburgerveen onderscheidt er negen – overschrijdt de depositie tot 75 procent meer dan de voorgeschreven hoeveelheid. Meer dan welk ander natuurgebied in Nederland ook. Reden tot zorg, zeggen de verantwoordelijk overheden. Onzin, zeggen de boeren in het gebied, onder wie Krabben.

'Het hele stikstofverhaal heeft hier maar beperkte invloed, terwijl hoogveen erg gevoelig is voor stikstof. Het gevreesde pijpenstrootje – een grassoort die zorgt voor vergrassing van heide – zie je hier maar weinig. En de veenmossen doen het uitstekend. Ja, er verdwijnen wel eens plantjes, maar veel daarvan komen weer terug. Of er komt iets anders voor in de plaats. Het gebied heeft meer te lijden onder de droogte dan onder stikstof.'

Bezoek van provincie Gelderland

Krabben memoreert een bezoek van een delegatie van provincie Gelderland, die onder de indruk was van het Korenburgerveen. 'Ze zeiden: hoe is het mogelijk dat dit hoogveen zo groeit en bloeit.'

Hij haalt ook een recent onderzoek aan waarbij monsters werden genomen van beweid grasland in de bufferzone. 'Daaruit bleek dat het gras gezond was, vol kruiden, kevers en andere insecten en maar weinig pesticiden, terwijl er hier in de omgeving intensief wordt geboerd. Dat soort onderzoeken geven een boost en bevestigen dat we hier een mooi stukje natuur hebben. Al 64 jaar laten we hier zien dat boeren en natuur goed samengaan.'

Aan de slag in het gebied

Provincie Gelderland gaat vanaf deze maand aan de slag met het uitvoeren van herstelmaatregelen in het kader van Natura 2000. Zeldzame planten en dieren hebben het moeilijk in het Korenburgerveen, wordt gesteld. Hun leefgebied is te klein, de lucht is te zuur en de grond is te droog en voedselrijk. Om die reden wordt het gebied natter en groter gemaakt. Zo worden watergangen gedempt en onderbemaling stopgezet.

Ook wordt een aantal omliggende landbouwpercelen veranderd in natuur. Gedupeerde boeren worden gecompenseerd door kavels te ruilen. Verder worden voorwaarden gesteld aan het uitvoeren van sommige activiteiten en is voor nieuwe activiteiten in en om het gebied een vergunning nodig. Uiterlijk volgend jaar moeten de werkzaamheden zijn afgerond.

Overigens zijn experts het erover eens dat het uitkopen van boeren verre van voldoende is om onder de kritische depositiewaarde te komen in het Korenburgerveen. Alleen al de stikstof die vanuit Duitsland, enkele kilometers verderop, neerdaalt, is meer dan het gebied aankan.

Toekomstperspectief van boeren

Voorzitter Mark Ormel van LTO Noord-afdeling Oost Achterhoek maakt zich dan ook grote zorgen over de maatregelen die in het gebied worden genomen in het kader van natuurherstel. Volgens hem gaat dit ten koste van het toekomstperspectief van boeren, in een gebied waar van oudsher al intensief wordt geboerd. Het verlies van landbouwgrond zou dat alleen maar versterken.

'Er is in dit gebied al veel landbouwgebied opgeofferd. Neem de aanleg van de N18, bedrijventerreinen en bufferzones rond Natura 2000-gebieden. Ondertussen stoten we 65 procent minder stikstof uit dan dertig jaar geleden. Wij zien dan ook liever tien boeren die emissiemaatregelen nemen, maar wel kunnen blijven, dan dat er één boer wordt uitgekocht.'


Het Korenburgerveen wordt voor een deel beheerd door een   agrarische stichting. In de omgeving bevinden zich veel intensieve veehouderijen.
Het Korenburgerveen wordt voor een deel beheerd door een agrarische stichting. In de omgeving bevinden zich veel intensieve veehouderijen. © Hans Prinsen

Veehouder Tonnie Lageschaar: 'Niet alle Natura 2000 over één kam scheren'

Tonnie Lageschaar is telg van een grote agrarische familie in het Gelderse Vragender en omstreken. Hij heeft een gemengd bedrijf met ruim honderd koeien en vierhonderd vleesvarkens. Zijn bedrijf zit 230 meter van de bufferzone om het Korenburgerveen af. 'Mensen roepen dat Natura 2000-gebieden achteruitgaan. Daar is hier geen sprake van.' Lageschaar maakt zich grote zorgen over de toekomst van de agrarische sector. Voor een groot deel komt dat door de plannen om stikstof uit de landbouw te halen. 'Wat vervolgens wordt gebruikt voor de industrie. Op die manier krijgen ze voor elkaar wat ze willen: een halvering van het aantal boeren', verzucht de boer. Tijdens een bijeenkomst begin maart over het Korenburgerveen uitte Lageschaar zijn frustraties tegen een delegatie van Provinciale Staten van Gelderland. 'Ik heb me daar mateloos geërgerd en had het gevoel dat ze totaal niet weten wat de landbouw doet.' De boer kreeg de vraag waarom er zoveel dieren worden gehouden. 'Terwijl wij daar helemaal niet op zitten te wachten. Toen ik begin jaren tachtig begon, kreeg ik 96 cent per kilo melk en had ik 35 koeien. Nu is het 30 cent per kilo, terwijl de kosten steeds hoger worden, dus we moeten wel. Dat ziet de wereld om ons heen niet. Ik zou het liefst nog steeds 35 koeien willen.' Lageschaar zit zo dicht bij het Natura 2000-gebied dat zijn ontwikkelruimte beperkt is. 'Ik zit kort op de bufferzone, die in tegenstelling tot wat ooit is afgesproken, wordt meegerekend als Natura 2000. Het betekent dat als ik wil uitbreiden of verbouwen, ik ammoniakrechten moet kopen van een bedrijf dat nog dichter op het natuurgebied zit. En die bedrijven zijn er amper meer.' Ondertussen ziet de boer het Korenburgerveen naar eigen zeggen bloeien als nooit tevoren. Het maakt hem trots, helemaal omdat het deels in agrarisch beheer en eigendom is. Maar hij wil er niet nog meer last van hebben. 'Het is niet eerlijk om alle Natura 2000-gebieden in Nederland over één kam te scheren. Er wordt geroepen dat de natuurgebieden achteruitgaan, maar dat is hier niet het geval. Politici doen het misschien niet moedwillig, maar het ontbreekt hun vaak aan kennis. Daarom heb ik ook weinig vertrouwen in de politiek', zegt de veehouder. De oplossing ligt deels bij boeren zelf, meent Lageschaar. 'Je moet zo'n gebied samen onderhouden, zoals we hier doen. Als boeren zijn we daarin misschien ook wel wat te bescheiden. We moeten meer uitdragen wat we doen en hoe goed het hier gaat.'


Het Korenburgerveen wordt voor een deel beheerd door een   agrarische stichting. In de omgeving bevinden zich veel intensieve veehouderijen.
Het Korenburgerveen wordt voor een deel beheerd door een agrarische stichting. In de omgeving bevinden zich veel intensieve veehouderijen. © Hans Prinsen

Ecoloog Wieger Wamelink: 'Ramp als een soort verdwijnt in het Korenburgerveen'

Wieger Wamelink is als ecoloog verbonden aan Wageningen University & Research en is geboren en getogen in Winterswijk, vlak bij het Korenburgerveen. Hij roemt al het goede werk dat er is verricht, maar waarschuwt dat het verdwijnen van één soort de neergang van het hele gebied kan betekenen. Het Korenburgerveen floreert ondanks de hoge stikstofdepositie, is wat boeren in de omgeving stellen. Wamelink beaamt dat het gebied floreert, maar heeft een belangrijke kanttekening. 'Het gaat goed met het gebied en dat komt vooral door beter beheer. Lange tijd was water vasthouden een groot probleem. De bufferzone om het Korenburgerveen heen is belangrijk geweest om dat te verbeteren.' Daarnaast is volgens de ecoloog het beheer fors verbeterd. Zo worden er gericht bomen gekapt, waardoor andere vegetatie een kans krijgt. 'Dat is echt een verbetering en soms moet je dat soort keuzes maken, al ligt bomenkap ook gevoelig. Maar bomen zijn zuipschuiten en door ze te kappen, beperk je de verdamping van water.' Wamelink roemt ook de toegankelijkheid van het gebied, voor zowel mensen, dieren als planten. 'In mijn jeugd was het verboden het veen in te gaan. Als je de opzichter tegenkwam, had je echt een probleem. Nu is er een vlonderpad en zijn er excursies. Het wordt nog wel eens vergeten hoe belangrijk dat is. Natuur moet niet iets elitairs zijn.' Voor planten en dieren zijn stapstenen aangelegd om natte gebieden te overbruggen. Een belangrijke verbinding, zegt de ecoloog. 'Zo worden leefgebieden uitgebreid. En als er iets ergs gebeurt, ben je niet meteen alles kwijt.' Wat blijft, is de stikstofdepositie. Die is simpelweg te hoog. 'Hoogveen en graslanden kunnen erg slecht tegen stikstof. De grenswaarde daarvoor ligt extreem laag. Dat maakt het extra vervelend dat er om het gebied heen intensief agrarisch gebruik plaatsvindt. Door de stikstofdepositie is het Korenburgerveen te voedselrijk. Daardoor verdwijnen soorten die niet kunnen concurreren.' Waar boeren stellen dat het niet zo erg is als er een soort verdwijnt, is Wamelink het daar niet mee eens. 'Het is wel erg. In een uniek gebied als het Korenburgerveen zelfs een ramp. Dat is niet in geld uit te drukken, maar het heeft wel een andere waarde. Stel dat er een soort verdwijnt die essentieel is voor het gebied, dan kan het hele systeem instorten en raak je veel kwijt', zegt hij. 'In de natuur heeft alles met elkaar te maken. Een simpel voorbeeld is de klokjesgentiaan. Als die verdwijnt, heeft het gentiaanblauwtje ook geen kans. En zo werkt het helemaal door, van boven tot onder.'

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer