Veengrond vraagt andere aanpak en machine bij bemesting

Dat bleek direct op een demo in Ouderkerk aan de Amstel van het programma Bemest op z'n Best. Geen dikke loonwerkercombinatie's van veel kuub en kilo's, maar lichte boerentrekkers en mesttanks van hooguit een kuub of 10. En dat alles vooral op brede banden.

Staand op het gras golf je bijna op en neer, zodra een trekker je binnen enkele meters passeert. Met die basis, een goede afstelling van de bemester en de juiste werkwijze is veel stikstof te benutten in het gras. Stikstof die anders zou vervluchtigen.

'Alles begint met goed gemixte mest', stellen adviseurs Herman Krebbers van Bemest op z'n Best en Sjon de Leeuw van PPP-Agro Advies. 'Die mest moet homogeen zijn. Binnen een paar dagen is deze na het mixen weer ontmengd.'

Bij veel grote machines zijn gps en sectieafsluiting te krijgen, maar dan moet de chauffeur daar nog steeds netjes mee werken om overlap te voorkomen. Om inzicht te krijgen in de beste afstelling, is de 6 meter brede Roelama-bemester van het gastbedrijf leidend voorwerp. Met snijschijf en mestkouter om het gras zijdelings weg te drukken.

Goed vlak gestelde machine

De machine moet goed vlak gesteld staan. Te ver voorover snijdt hij dieper en raken de doseermondjes de zode niet, waardoor de streep mest te breed wordt. Te ver achterover gebeurt het tegenovergestelde en smeert het doseermondje de mest te veel uit.

Bij de bemester zijn de buitenste elementen een beetje getorst, want de slangen hebben niet genoeg bewegingsvrijheid bij het in- en uitklappen van de bemester. Daardoor trekken deze aan het element.

Veengrond kent ook in de wet een uitzondering: onder de 20 graden Celsius hoeft de mest niet in de grond te worden gebracht, maar mag deze erop liggen of tussen het gras. Dat betekent dat een sleepvoetbemester is toegestaan, zolang de mest genoeg verdund is.

Mest groeit omhoog

Krebbers ziet daar wel een keerzijde van: 'Ook de dunne mest hecht niet altijd aan de grond en groeit met het gras mee omhoog. Dat zag je afgelopen jaar op veel plekken gebeuren. Met de maaier snijd je er net onder. Zo wordt de uitgereden mest direct weer ingekuild. Voor het weiden is dat natuurlijk ook funest. Koeien halen hun neus ervoor op.'

Daarom onderstrepen de adviseurs dat het ook op veengrond vaak nuttig en goed mogelijk is een kleine snede te maken en zo meer mest in de grond te krijgen. Geen sleuf uit de jaren negentig van 15 centimeter diep, maar heel ondiep van 1 of 2 centimeter.

Alleen een sleuf die te leeg blijft, waar de wind en zon vat op hebben, droogt uit en veroorzaakt een kloof. Het advies van Krebbers en De Leeuwe: vul hem goed af met vezelrijke mest, een klein bolletje erop dat binnen enkele uren indroogt zodat de stikstof optimaal wordt benut.

Het doorsnijden van wortels is geen gevaar, stellen de adviseurs. Wortels in veengrond gaan volgens hen veel dieper en vormen een stevige fundering die veel kan hebben. Met een sleufje van 2 centimeter snijdt je die niet zomaar door.