Vertrouwensbreuk kost coalitie steun van boeren en tuinders

De aanpak van de stikstofcrisis heeft het vertrouwen in de politiek onder boeren en tuinders flink aangetast. Bij maar liefst 63,1 procent is het vertrouwen gedaald. Dit zorgt ervoor dat 41,7 procent van de boerenstemmen op 17 maart naar een andere partij gaat.

Door de vertrouwensbreuk hebben de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hun meerderheid onder boeren en tuinders verloren. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 stond 64,4 procent van de agrarisch ondernemers achter deze partijen. Nu worden ze nog door 46,6 procent gesteund, zo blijkt uit een verkiezingspeiling onder ruim 3.500 agrarisch ondernemers in het Nieuwe Oogst Opiniepanel.

Het gevolg van deze verschuiving is dat de nivellering in de politieke voorkeur van boeren en tuinders verder toeneemt. Daar waar CDA en VVD fors verliezen, weten nieuwe partijen als BoerBurgerBeweging (BBB) en JA21 veel boerenstemmen te trekken. Het CDA was in 2017 met 36,9 procent van de stemmen veruit de grootste partij. Het is nog steeds de grootste boerenpartij, maar moet het in 2021 met veel minder boerensteun doen: 27,4 procent.

Van de verschuivende boerenstem profiteren vooral BBB (13 procent) en JA21 (3,4 procent), de afsplitsing van Forum voor Democratie (FvD). Daarmee weet die laatste partij onder boeren en tuinders meer stemmen te trekken dan ChristenUnie en D66 en benadert deze de populariteit van de PVV. BBB vestigt zich als derde partij achter CDA en VVD.

SGP ziet aanhang slinken

De SGP, een partij die in de Tweede Kamer ook het boerenbelang verdedigt, ziet de aanhang onder boeren en tuinders eveneens slinken. De partij die steun gaf aan de stikstofwet van landbouwminister Carola Schouten halveert in de peiling van 15,5 procent naar 7,8 procent.

Ook FvD verliest fors. De partij was in 2017 weliswaar met 3,2 procent nog relatief klein onder boeren en tuinders, maar twee jaar later ging bij de Provinciale Statenverkiezingen bijna 14 procent van de boerenstemmen naar FvD. Van die aanhang resteert nu nog 0,3 procent.

Uit de verkiezingspeiling blijkt dat het politieke landschap in de agrarische sector meer en meer versnipperd raakt. Partijen kunnen in de laatste maand voor de verkiezingen nog profiteren van de zwevende kiezer. Die groep is in 2021 met 18,9 procent veel groter dan in 2017 (10,2 procent). Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de peiling vier jaar geleden korter op de verkiezingsdag werd gehouden. Deze keer werd de enquête gehouden in week 5 en 6.

De polarisatie in het debat over de toekomst van de landbouw is voor 85,8 procent van de boeren en tuinders een grote zorg. Uit de reacties valt op te maken dat er grote onvrede en zorg is over de aanpak van de stikstofcrisis. Niet alleen zijn er zorgen over het toekomstperspectief van het eigen bedrijf, maar ook over het feit dat de agrarische sector in de publieke opinie de zwartepiet krijgt toegeschoven.

Nieuwe Oogst vroeg in de verkiezingspeiling ook naar de belangrijkste landbouwopgave voor een volgend kabinet. Een beter verdienmodel komt hier met 62,5 procent als hoogste prioriteit naar boven. Hierna volgt toekomstzekerheid met 46,6 procent, gevolgd door het oplossen van de stkstofcrisis (29,6 procent) en bescherming van het landbouwareaal (27,5 procent)

Boerenverstand

Een veel gemelde klacht is dat de politiek beslissingen neemt die indruisen tegen het boerenverstand. De voermaatregel van Schouten die na de boerenprotesten van tafel ging, wordt hierbij vaak gememoreerd.

In dit licht maakt een tuinder uit Zuid-Holland zich zorgen over de gepolariseerde discussie die in zijn ogen gaande is over de geborgde boerenzetel in de waterschappen. 'Hierdoor zullen meer mensen moeten gaan besluiten over zaken waar ze geen verstand van hebben.'

Een akkerbouwer uit Groningen: 'De tegenstellingen worden steeds groter. Er staan bijna 17 miljoen 'deskundigen' aan de zijlijn die de sector wel even vertellen hoe het moet.' Boeren en tuinders vinden dat de polarisatie wordt aangewakkerd door milieuorganisaties en de Partij voor de Dieren. Zij krijgen volgens hen onevenredig veel aandacht in de media die door veel boeren 'links' wordt genoemd.

Een Gelderse pluimveehouder haalt de discussie over haantjes aan. Als deze dieren worden verwerkt tot voer voor dierentuinen en nertsen, is het niet goed. En als de eieren worden gescand op geslacht, spreken de activisten van abortus. 'Zij eisen nu dat we ze afmesten. Dat duurt vijftien weken en kost vier keer zoveel voer. En dan heb je aan het eind nog maar 1,3 à 1,6 kilo gewicht. Al die vrachtwagenbewegingen, het stoken, hectares voer, trekkers enzovoort.'

Volgens een Zeeuwse akkerbouwer houdt de politiek geen rekening met de onhoudbare situatie in de landbouw. 'Als men op grond van 80.000 euro per hectare een product moet telen dat niet meer opbrengt dan de teeltkosten, terwijl er dan nog niets is gerekend voor aflossing en rente voor de grond, houdt het op. De politiek luistert niet, maar is wat hobbymatig bezig met voorstellen over strokenteelt, wat alleen maar de kostprijs verhoogt. En dat is nu juist het probleem.'

Makkelijk doelwit

Boeren en tuinders ervaren ook dat de overheid hen als makkelijk doelwit ziet. 'Het zijn veelal eenmansbedrijven die het makkelijkst kunnen worden ingepakt. Ze bezitten veel grond en weinig personeel. Dat is anders dan bij KLM of de industrie', aldus een fruitteler uit de provincie Utrecht. Een provinciegenoot met een geitenhouderij wijst naar de groeiende polarisatie tussen boeren onderling. Hij roept op de onderlinge verbinding niet uit het oog te verliezen. 'Samen kom je verder.'

De polarisatie kost volgens de Utrechtse geitenhouder veel energie. 'En het leidt af van het doel, namelijk de ontwikkeling naar een toekomstbestendige landbouw, economisch rendabel en binnen de maatschappelijke kaders. Eerst zal de politiek deze kaders moeten duiden, dan weet de landbouw hoe hij kan ontwikkelen.'

Carola Schouten krijgt 4,3 van boeren en tuinders

Met een gemiddeld rapportcijfer van 4,3 vellen boeren en tuinders in het Nieuwe Oogst Opiniepanel een kritisch oordeel over demissionair landbouwminister Carola Schouten. Haar handelen in onder meer de I&R-affaire en de strikte uitvoering van de fosfaatwetgeving wordt haar aangerekend. Alleen Schoutens voorgangers Martijn van Dam en Laurens Jan Brinkhorst presteerden slechter op de portefeuille landbouw. Veel deelnemers aan de enquête van Nieuwe Oogst vinden dat ze te veel haar oren laat hangen naar de 'linkse ambtenaren' op haar ministerie. Het feit dat de minister aan het begin van haar ambtstermijn de veehouderij in een kwaad daglicht zette met naar wat later bleek een opgeblazen I&R-affaire, wordt haar door veel boeren niet in dank afgenomen. Ook noemen velen het gebrek aan coulance voor melkveehouders die door de fosfaatwetgeving in de knel zijn gekomen. 'Ze negeert uitkomsten uit overleg met en voorstellen van de sector. Ze neemt te snel rigoureuze maatregelen. Zie de zogenaamde kalverfraude. Ze beschuldigt de sector te snel van fraude zonder degelijk onderzoek. Later komt ze daar soms op terug, maar niet voldoende', oordeelt een Gelderse varkenshouder. Boeren die gematigd positief zijn, refereren aan de kringloopvisie, waarmee Schouten een langetermijnvisie biedt. Maar de frustratie over de aanpak van de stikstofcrisis overheerst. In de ogen van veel boeren is deze op het bordje van de veehouderij gelegd en is de sector daarin te weinig verdedigd. 'Dat de landbouw tegen milieugrenzen aanloopt is een feit en behoeft een sterke toekomstvisie. Ze heeft flink aangemodderd in de stikstofcrisis, met weinig daadkracht. Ook hierin heeft ze geen sterke visie, waardoor ze van debat naar debat ging en er nu een wetsvoorstel ligt dat onwerkbaar is voor verschillende sectoren', aldus een rundveehouder uit Overijssel. Tegenover ondernemers die Schouten met een 1 beoordelen staan ook zevens en achten van anderen. Begrip is er voor de complexe dossiers die spelen. Een rundveehouder uit Noord-Brabant wijst op de politieke verhoudingen waarin ze moet manoeuvreren. 'Ze heeft binnen de politieke realiteit gewoon haar best gedaan.'

Analyse: Coalitie heeft steun van boeren en tuinders verspeeld

De peiling van Nieuwe Oogst toont een duidelijk verschil in stemgedrag tussen agrarisch ondernemers en burgers. Waar een meerderheid van de burgers de huidige coalitie blijft steunen, zegt een groot deel van de boeren en tuinders juist het vertrouwen in het kabinet op.

Uit de landelijke peilingen van bijvoorbeeld Ipsos of Kantar blijkt dat de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie samen op ongeveer 80 zetels kunnen rekenen. Dat is meer dan de minimale meerderheid van 76 zetels die de vier in 2017 wisten te behalen.

De grotere meerderheid is te danken aan de coronacrisis. Hierbij valt de keuze in het stemhokje op zekerheid. De burger vindt het risico van electorale experimenten nu te groot.

Onder boeren is de situatie anders. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie verliezen in de peiling van Nieuwe Oogst hun meerderheid onder boeren en tuinders. Deze kiezers rekenen het kabinet af op de aanpak van een andere crisis: de stikstofcrisis.

Coalitie verspeelt boerensteun

Het lijkt erop dat de coalitie daarmee de steun van de boer heeft verspeeld. Daar zijn ook redenen bij te bedenken. Niet alleen de aanpak van de stikstofcrisis viel slecht in de agrarische sector, de chaos rond fipronil en I&R bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wordt door velen genoemd. Ook het verbod op de coating van bietenzaad heeft het vertrouwen in de politiek doen afbrokkelen.

Toch pleit er ook veel voor het kabinet. In de Tweede Kamer is bijvoorbeeld al enige tijd een meerderheid te vinden die voorstander is van een stevige krimp van de veehouderij, met de oppositie aan de linkerkant, aangevuld met D66 en de PVV. Het kabinet heeft daar nooit zijn oren naar laten hangen.

Integendeel. Op een voorstel om de veestapel met 75 procent te reduceren, zei landbouwminister Carola Schouten dat dit de koploperspositie van Nederland in agrarische kennis en kunde in gevaar zou brengen. Een positie waarmee Nederland een bijdrage kan leveren aan het mondiale voedselvraagstuk.

Een andere pre van dit kabinet is de verdubbeling in 2021 van de begroting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar 2 miljard euro. Met het extra budget investeert het kabinet in het stimuleren van duurzame innovatie, praktijkonderzoek en transitiefondsen voor boeren en tuinders die de overstap naar kringlooplandbouw willen maken. Hiermee wordt voor de stikstofreductie ingezet op een meerjarenaanpak. Het is maar de vraag of een volgend kabinet daarvoor het geduld heeft en zo diep in de staatskas wil tasten.

Naast de ondersteuning van de landbouwtransitie heeft dit kabinet ook stappen gezet om het verdienmodel van boeren te verstevigen. Onlangs werd daartoe de Wet oneerlijke handelspraktijken aangenomen die boeren en tuinders meer marktmacht geeft. Ondanks de vele mitsen en maren bij het kabinetsbeleid kan ook de conclusie worden getrokken dat Rutte III de plusplunten in het landbouwbeleid slecht wist te verkopen.

LTO en Nieuwe Oogst organiseren plattelandsdebat

LTO Nederland en Nieuwe Oogst houden donderdag 11 maart een debat over de uitdagingen en kansen waar het platteland voor staat. Centraal staat de rol van boeren en tuinders als dragers van het landelijk gebied en verdienvermogen. Het verkiezingsdebat is die avond vanaf 20 uur online te volgen via een Nieuwe Oogst-livestream. Deelnemers aan het debat zijn Cees de Jong (CDA), Jan Klink (VVD), Tjeerd de Groot (D66), Roelof Bisschop (SGP), Hermen Vreugdenhil (CU), Caroline van der Plas (BBB), Jan Cees Vogelaar (JA21) en Laura Bromet (GroenLinks). Volg ook het andere nieuws rond de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    9° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer