'Dierenwelzijn vooral kwestie van bewustwording'

Voorzitter Hetty Schreurs van Stichting Welzijn Paard en uitgever van het Keurmerk Paard en Welzijn, stelt dat welzijn vooral een kwestie is van bewustwording. Hoewel dit een privaat initiatief is, verwacht ze dat over vijf jaar twee derde van de grotere paardenbedrijven met een publieksfunctie dit keurmerk heeft.

%27Dierenwelzijn+vooral+kwestie+van+bewustwording%27
© Tony Tati

De Sectorraad Paarden nam het Keurmerk Paard en Welzijn twee jaar geleden over van de initiatiefnemers. 'De Sectorraad wil het dierenwelzijn verbeteren. Met de overname wordt dit breed gedragen door de grootste partijen in de paardensector ', legt Schreurs uit. De raad heeft een stichting in het leven geroepen met een stichtingsbestuur bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende organisaties.


Schreurs vindt een goed welzijn belangrijk voor elke beroepsgroep. 'Maar wat is welzijn, wat niet en wat moet je doen om dit te verbeteren? Daarbij krijgt de Sectorraad Paarden steeds vaker vragen over wat góed welzijn is. Zij moeten daarop de juiste antwoorden kunnen geven.' Reden om het welzijn laten toetsen door de deskundigen Marianne Sloet van de faculteit Diergeneeskunde en Machteld van Dierendonck van Equus Research.

Ralph van Venrooij, voorzitter van LTO Paardenhouderij en bestuurder binnen Stichting Welzijn Paard, is enthousiast over het keurmerk. 'Het is goed dat ondernemers die het paardenwelzijn op orde hebben, zich kunnen onderscheiden. Zeker doordat het door onafhankelijke dierenartsen wordt getoetst, heeft dit een duidelijke meerwaarde. Daarbij is het goed dat je als sector laat zien stappen te zetten richting een beter welzijn.'

Ook adviseurs hebben meer oog voor het welzijn van het paard

Ralph van Venrooij, voorzitter van LTO Paardenhouderij

Verschillende denkwijzen

Schreurs weet ook dat niet iedereen direct dit kwaliteitsmerk kan behalen, dan zou de drempel te laag zijn. Wel ziet ze dat het keurmerk mensen aan het denken zet om bij toekomstige beslissingen welzijn méér mee te nemen in de bedrijfsvoering.

'Het is een privaat initiatief, er is geen verplichting. Zonder dit initiatief zou de wetgeving mogelijk gaan sturen. Ook daarom verwacht ik dat veel bedrijven dit als positief ervaren. Ik denk dan ook dat twee derde van de grotere bedrijven met een publieksfunctie dit keurmerk over vijf jaar in handen heeft.'

Een van die belangrijke eisen is bijvoorbeeld de boxmaat. 'Niet iedereen heeft die op orde. De boxmaat is ook niet zomaar aan te passen. Dat vraagt investeringen. Door maatregelen te nemen, is het welzijn wel te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om het hoofd buiten de box te steken. En bij een iets te kleine boxmaat kan met extra vrije beweging alsnog het keurmerk worden binnengehaald.'


'Keiharde maten'

'Op zich is het goed dat kleine oneffenheden zijn te compenseren, maar aan de andere kant zijn de maten keihard', stelt Van Venrooij. 'Mocht 5 procent van de boxen 20 procent te klein zijn (gebaseerd op 2 keer stokmaat in het kwadraat), dan krijg je dit keurmerk niet.'

De vakgroepvoorzitter merkt dat de boxmaten ook in de aanverwante sectoren meer gaan leven. 'Stalinrichters kijken bij het adviseren van boxmaten naar het welzijn van het paard. Vroeger lieten ondernemers boxen van 3 bij 3 meter plaatsen, omdat ze dan veel boxen in de stal konden hebben. Voor paarden groter dan 150 centimeter is die box te klein', vertelt hij. 'Toch zie je vandaag de dag nog altijd dat ondernemers vooral de focus hebben op zoveel mogelijk boxen en daarmee zoveel mogelijk inkomsten.'

De afgelopen weken organiseerde de LTO-vakgroep een viertal bijeenkomsten, waarbij ondernemers een Quickscan konden invullen om te zien wat ze goed doen en welke stappen ze nog moeten nemen om het keurmerk te behalen. 'Op zich geeft deze door de vakgroep ontwikkelde scan een goed beeld van waar ze staan. Voor veel mensen is welzijn emotie en een bepaalde gedachte, met het keurmerk en de quickscan wordt het erg concreet.'

Voerregime: tien uur tussen voerbeurten
Uit de pilot kwam naar voren dat op veel paardenbedrijven het voerregime niet helemaal optimaal is. 'Uit onderzoek bleek dat een paard niet langer dan zes uur kan zonder de beschikking te hebben over ruwvoer, als je maagzweren wilt voorkomen. Met name voor de nacht verdient dit nogal eens aandacht', stelt voorzitter Hetty Schreurs van het KPW. 'Tussen twee voerbeurten mag maximaal tien uur zitten. Vaak worden paarden 's avonds om 19 uur gevoerd en dan bijvoorbeeld de volgende ochtend weer om 7 uur. Het is dan verstandig om het voeren wat meer te spreiden.' Daarbij denkt ze bijvoorbeeld aan een royale voerbeurt met ruwvoer later op de avond, zodat het paard meerdere uren eet om het zes-uursinterval te halen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer