Minder varkensboeren, blijver investeert volop

Ondanks de voortgaande krimp van het aantal varkensbedrijven in Nederland is er weinig sprake van chagrijn in de sector. 72 procent van de varkenshouders in het Nieuwe Oogst Opiniepanel heeft vertrouwen in de toekomst van de varkenshouderij. Slechts 5 procent van de blijvers heeft geen investeringsplannen.

Minder+varkensboeren%2C+blijver+investeert+volop
© Twan Wiermans

Varkenshouders hebben vertrouwen in hun toekomst. Hoewel slechts 53 procent zeker weet dat hij over vijf jaar nog varkenshouder is, is het overgrote deel van de blijvers en de wijkers positief over het perspectief van de sector. Bijna driekwart geeft de toekomst van de varkenshouderij een positief oordeel. Onder de blijvers is dat aandeel nog hoger.

De uitslag van de enquête is met 450 respondenten representatief voor het totaal aantal varkenshouders. Dat betekent dat er circa 2.200 varkenshouders doorgaan met hun bedrijf. De blijvers geven de toekomstbestendigheid van het eigen varkensbedrijf voor 90 procent een positief oordeel. Van de 10 punten geven zij een 6 of hoger. 46 procent van de blijvers geeft de toekomstbestendigheid van het bedrijf een 8 of hoger.

Als er geen gekke dingen gebeuren, staat het bedrijf als een huis

Varkenshouder die deelnam aan Nieuwe Oogst Opiniepanel

'Als er geen gekke dingen gebeuren, staat het als een huis', reageert een respondent. 'Alles op brongerichte maatregelen omgebouwd. Gezonde dieren, gezonde toekomst.' Uit de reacties blijkt dat voor veel ondernemers toekomstbestendigheid synoniem is voor goede technische resultaten (gezonde dieren) en een gunstige ligging.

'De Nederlandse varkenshouderij staat hoog aangeschreven en zal daarom blijven bestaan', reageert een varkenshouder. Of zoals een andere respondent schrijft: 'Als je geen vertrouwen meer hebt, wordt het moeilijk om een bedrijf te runnen. Het vertrouwen wordt echter wel steeds vaker op de proef gesteld door factoren van buitenaf.'

Investeringsplannen

Bij boer blijven hoort investeren. Van de ondernemers die aangeven in 2025 nog varkensboer te zijn, heeft 95 procent investeringsplannen. In 62 procent van de situaties gaat het om een bedrag van minder dan 250.000 euro. De rest investeert meer.

Als het gaat om welke investeringen, dan scoren verplichte milieumaatregelen en stalrenovatie met respectievelijk 19 en 28 procent het hoogst. Met de Brabantse regelgeving en de emissiereductie waarvoor de varkenshouderij aan de lat staat, verwondert dat niet.

De krimp van het aantal varkensbedrijven bij een voortgaande schaalvergroting is een constante sinds de Tweede Wereldoorlog. In 1950 telde Nederland volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 271.000 bedrijven met varkens, bij een varkensstapel van iets minder dan 2 miljoen stuks.

• Lees ook de reactie van POV-voorzitter Linda Janssen: 'Nadruk in discussies ligt te sterk op krimp'


Het aantal varkens was met 15 miljoen op 21.000 bedrijven het hoogst in 1997. In 2019 waren er circa 12,5 miljoen dieren op 4.135 bedrijven. In zeventig jaar steeg het gemiddelde aantal dieren van 7 naar ruim 3.000 per bedrijf.

De circa zeshonderd varkenshouders (40 procent) die aangeven in 2025 geen ondernemer meer te zijn, maken gebruik van de stoppersregeling Actieplan Ammoniak. Dat betekent dat de stallen op deze bedrijven op 31 december van dit jaar leeg moeten zijn.

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat 1 procent van de ondernemers weliswaar het bedrijf heeft aangemeld voor de stoppersregeling, maar in de loop van de tijd alsnog heeft besloten om te investeren. Deze groep investeerde tussen de 0 en 60.000 euro om aan de regelgeving te voldoen. Geïnvesteerd is er in luchtwassers, mestpannen en extra ruimte per dier.

Nog eens driehonderd Nederlandse varkenshouders (20 procent) hopen in aanmerking te komen voor de Saneringsregeling varkenshouderij. Bedrijven uit de concentratiegebieden Oost en Zuid kunnen zich daarvoor dit najaar meldden. Van de ondernemers die daarvan gebruik willen maken is driekwart woonachtig in concentratiegebied Zuid en het andere kwart in Oost. Nog eens 150 varkenshouders (10 procent) stoten hun varkenstak af.

Wanneer de varkensrechten zijn verkocht, blijft 90 procent van de boerengezinnen wonen op de huidige plek. Onderdeel van de warme sanering is verplichte sloop van de stallen. Voor wie deelneemt aan de stoppersregeling geldt die verplichte sloop niet. Voor beide regelingen samen komt naar voren dat twee derde van de gebouwen wordt gesloopt. In een derde van de gevallen komt er een andere bestemming.

Wijziging bestemmingsplan

Wat die andere bestemming is, verschilt sterk. Van een paardenbedrijf en gebouwen inzetten voor de akkerbouwpoot, tot 'dat is allemaal nog niet duidelijk'. Verschillende ondernemers zetten in op een wijziging van het bestemmingsplan voor bijvoorbeeld Ruimte voor Ruimte. Een veelgelezen reactie is: 'De gemeente geeft bijna geen medewerking'.

Bij varkenshouders is pessimisme te horen ten aanzien van de afhankelijkheid van de wereldmarkt. Die is volgens veel respondenten 'te groot'. En de kostprijs is door wet- en regelgeving te hoog. Varkenshouders geven ook aan dat zij vrezen dat daarin geen verandering komt. 'Toekomst blijft er vooral voor bedrijven die de kostprijs in de hand hebben.'

Door ondernemers die stoppen voor 2025 wordt als belangrijkste reden een gebrek aan vertrouwen genoemd, naast leeftijd en het ontbreken van een opvolger. De stoppers lijken moegestreden.

Stoppende ondernemers zijn murw van de druk die voor hun gevoel verder wordt opgevoerd, de negativiteit in de media, het bijna niet te doorbreken sectorbeeld en de daaruit voortvloeiende lage waardering. 'Ik ben er klaar mee. Alle regels en het gezeur', luidt een reactie.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer