Hogan: neonics voor suiker hadden mogen blijven

Hogan zei na afloop van een debat dat hij niet begreep dat een wetenschappelijke benadering een verbod van neonicotinoïden (neonics) rechtvaardigde. Ook benadrukte hij dat hij steeds had gezegd dat deze middelen voor suikerproductie behouden moesten blijven.

Vorig jaar april stemden de EU-lidstaten in met het voorstel van de Europese Commissie om de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen met daarin werkzame stoffen uit de groep van neonics in te perken. Ook Nederland stemde voor het verbod, dat later in 2018 is ingevoerd.

Noodvergunning

De agrarische sector in Nederland was ongelukkig met het besluit, onder meer omdat de alternatieven – zoals veldbespuitingen – slechter voor het milieu zouden zijn. Een zaadcoating met neonics wordt gezien als de minst schadelijke toepassing. Een poging van de akkerbouwsector om deze toepassing te behouden, is in Nederland mislukt.

In totaal hebben negen lidstaten, waaronder België, Finland, Oostenrijk en Polen, noodvergunningen afgegeven voor neonicotinoïden in middelen voor zaaizaadbehandeling. Nederland, maar bijvoorbeeld ook Duitsland en Frankrijk, hebben geen uitzondering toegestaan.

Suikerquotum

Hogan reflecteerde ook op het opheffen van het suikerquotum in september 2017. De prijzen zijn sindsdien gekelderd, onder meer door productietoename in Europa. Hogan constateerde dat de markt tekenen van herstel toonde na een periode van prijsdruk. Hij vindt het niet nodig om in te grijpen in de suikermarkt.

Een groep experts, aangesteld door de Europese Commissie om de suikermarkt te observeren, concludeerde dat de suikermarkt sinds de afschaffing van de quota nog steeds in transitie is en zijn nieuwe evenwicht nog moet vinden. Ook stelde de groep dat er meer moet worden gedaan om de positie van de boer in de keten te versterken. Als voorbeeld noemen zij het verruimen van de mogelijkheden voor producentenorganisaties.